Ateliers-expos » BiodiverCity (te huur)

KOOP JE TICKETS ONLINE

TICKETS !

  • Children in the exhibition-workshop BiodiverCity
  • Children in the exhibition-workshop BiodiverCity
  • Overview picture of the expo-workshop BiodiverCity
  • Elements in the exhibition-workshop BiodiverCity

BiodiverCity

Samen met een gids van het Museum voor Natuurwetenschappen overloop je op interactieve wijze de vier delen van het expo-atelier. Je achterhaalt in het eerste deel wat biodiversiteit betekent en je zoekt zelf een toepasselijke omschrijving. Niet alleen in je tuin, maar ook in je huis, in het park, in het bos … is er biodiversiteit. In het tweede deel van het expo-atelier ontdek je dat je overal biodiversiteit vindt! De biodiversiteit blijft echter lang niet altijd dezelfde. Zo kan ze verslechteren, maar soms ook verbeteren. We kunnen spreken van een broos evenwicht. In dit derde deel komen de factoren die biodiversiteit beïnvloeden aan bod. Speel samen met ons het help-de-biodiversiteit-spel in het vierde deel en leer hoe je de biodiversiteit in je onmiddellijke omgeving een handje kan toesteken!

 

Deel 1: Biodiversiteit?
  • Panelen stellen een levenloze stad voor. De kinderen moeten de stad tot leven brengen.

Beeld je eens een levenloze stad in met alleen gebouwen en zonder planten, dieren en zelfs mensen… Voelt dit niet vreemd aan? Voeg er zelf leven in verschillende vormen en kleuren aan toe en breng de stad stap voor stap weer tot leven! De kenmerken van een levensgemeenschap bepalen sterk de biodiversiteit erin. Onderzoek samen met ons in het volgende deel de verschillen in de biodiversiteit in verscheidene ecosystemen.

Deel 2: Biodiversiteit overal?
  • Tijdens de animatie leren de kinderen verschillende biotopen kennen.

Van de kleinste tuin tot de grootste natuurgebieden, van een bloembak tot een boom, overal schuilt er leven. Biodiversiteit vind je overal en ze is nergens dezelfde. Een kleine wilde tuin kan een grotere verscheidenheid aan levensvormen omvatten dan een omvangrijk, maar eentonig beukenbos. Leefomgevingen veranderen in de loop van de tijd onder invloed van verschillende factoren. De biodiversiteit ondergaat voortdurend veranderingen, ze evolueert. De soms onophoudelijke drang van de mens om zijn leefomgeving te (her)vormen maakt het de biodiversiteit niet altijd even gemakkelijk. Niet alle veranderingen leiden tot een verrijking van de biodiversiteit. Steek dus je kop niet in het zand en ontdek met onze hulp welke factoren in het volgende deel de biodiversiteit beïnvloeden!

Deel 3: Biodiversiteit, een broos evenwicht.
  • De kinderen ontdekken welke negatieve en positieve impact we hebben op de biodiversiteit in de stad.

Onze daden hebben een zekere impact op de biodiversiteit. Door de populatiedruk in een stad moet een braakliggend lapje grond vaak plaats maken voor een appartementsgebouw. Een exotische plant met mooie bloemen krijgt meer dan eens de voorkeur op een inheemse struik. Prachtige bloemen trekken niet altijd insecten aan en leveren buiten hun mooi uiterlijk geen meerwaarde op voor de natuur. Toch heeft ons gedrag niet altijd een negatieve invloed op de biodiversiteit. Een haag met inheemse struiken aanplanten of een vijver aanleggen in je tuin, geeft de biodiversiteit een steuntje in de rug.

Vaak zijn we ons echter niet bewust van de gevolgen van onze daden voor de biodiversiteit in onze omgeving. Observeer in dit deel samen met ons hoe bepaalde daden de biodiversiteit beïnvloeden. Je komt in het volgende deel te weten welke rol jij kan spelen bij de redding van de biodiversiteit!

Deel 4: Biodiversiteit in de vingers!
  • Voor panelen die een tuin, een moestuin, een terras of een balkon simuleren spelen kinderen tuinman met kruiwagen, schort en tekeningen van planten.
  • Tuinmannen-in-spe kiezen inheemse of exotische, winterharde of overjarige planten.
  • Daarna voegen de kinderen de dieren toe die van de gekozen planten leven.
  • Het resultaat: een balkon met een uitgebalanceerde biodiversiteit!

Heb je thuis een tuin, balkon, terras of slechts een vensterbank en wil je je graag inzetten voor de biodiversiteit in je buurt? Speel dan het help-de-biodiversiteit-spel en leer hoe je de biodiversiteit in je onmiddellijke omgeving een handje kan helpen!

Colofon

Scenario en concept: Katelijne De Kesel, Claude Desmedt, Beriel Mertens, Nathalie Vanhamme

Realisatie en montage: Olivier Debondt, Charlotte Degueldre, Claire Govaerts, Pascal Kileste, Danny Liefferinckx, Michel Planchon, Geneviève Yannart, de schrijnwerkerij en de technische ploeg van het Museum

Grafiek: Claude Desmedt, Vinciane Lowie

Belichting: Benoît Lambert

Lay-out van het didactische dossier: Carine Ciselet

Coördinatie: Pierre Coulon

Hartelijk dank aan alle personen die ons steunden bij de realisatie van deze tentoonstelling.

De folder, zijn recepten en zijn nuttige links
  • Vetbollen maken voor vogels (in beeld)

Ik maak vetbollen voor de vogels.

In de winter eten vogels vooral insectenlarven, zaden en bessen … áls ze er vinden. Maar met je vetbollen zullen ze minder honger lijden en beter tegen de kou bestand zijn.

Vraag een volwassene of hij jou wil helpen om plantaardig bakvet te smelten. Voeg daar zonnebloempitten bij (of gierst, gerst, tarwe, haver, geplette maïs …, maar slechts één soort per bol). Giet alles in een yoghurtpotje. Rol het eindje van een ijzerdraad op tot een spiraal en stop dit in het vet. Haal het afgekoelde vet uit het potje en hang het op.

Je kan ook slingers van ongepelde pindanootjes maken door ze op een ijzerdraad aaneen te rijgen. Vergeet zeker niet de hele winter lang de slingers te vervangen.

Ik kook brandnetelsoep.

Pluk 500 gram brandnetels: in de lente neem je de jonge scheuten en in de zomer de nieuwe bladeren bovenaan, maar nooit de stengels of de bloemen.

Was de bladeren en laat ze uitlekken. Fruit ze in een pan met een klontje boter, fijngehakte ui, zout, peper en oregano. Overgiet ze met een liter bouillon. Als je meer van dikke soep houdt, kan je er stukjes aardappel bijvoegen.

Laat de soep 10 tot 15 minuten koken en mix er dan wat room door. Breng, indien nodig, op smaak en dien op met lookcroutons.

Jonge brandnetels kan je ook zoals spinazie klaarmaken of verwerken in een omelet, een hartige taart, puree …

Ik bied de egels een winterschuilplaats aan.

Tuiniers houden van egels, omdat die insecten, naaktslakken en nu en dan knaagdiertjes lusten. Geef ze dus in de winter een rustige schuilplaats. Maak een doorgang in de omheining of de tuinmuur. Leg een stapeltje hout of een hoop bladeren in een tegen weer en wind beschut schaduwrijk hoekje. Of zet een kistje onder een struik, met een 10 tot 15 cm brede ingang en een 12 tot 15 cm brede buis als toegangstunnel (je vindt verschillende modellen op het internet). Bij het kistje leg je wat hooi en dode bladeren, waarmee de egel zijn bedje kan spreiden.

Zorg eventueel voor water en stukken fruit of katten- of hondenvoer (maar geen melk of brood): nu en dan wordt de egel wakker om wat te eten en zijn poten te strekken.

Om meer te weten over de vossen in Brussel download de brochure Biodiversiteit in Brussel: een buitenkans! van Leefmilieu Brussel (pdf)

Wat is biodiversiteit? Lees het op de website van Ik geef leven aan mijn planeet in de klas.

Vind veel meer acties om de natuur te helpen op 1001 voor biodiversiteit.

Dit expo-atelier huren

Oppervlakte: circa 75 tot 100 m²

Vorm: het expo-atelier wordt gevormd door verschillende modules (decor) die naast elkaar

opgesteld worden waardoor een gesloten ruimte ontstaat waarbinnen het expo-atelier zich

afspeelt

Benodigde elektriciteitsvoorziening: 2 circuits van 220V - 16A

Publiek: kinderen van 6 tot 12 jaar (uitsluitend groepen)

Duur van het bezoek: 90 tot 120 minuten

Begeleiding: vanwege het concept - veel materiaal voor interactie met de groep en geen tekst - kan de workshop alleen bezocht worden met een facilitator (ons team verzorgt de training van uw facilitators).

Vervoer, opstelling en afbraak door het BNEC

 

Go to top