Vaste tentoonstelling » Mineralenzaal

KOOP JE TICKETS ONLINE

TICKETS !

  • Slice of a pallasite
  • Feldspar crystals
  • Granite
  • Rosettes of black aegirine on charoite

Mineralenzaal

In 1828 schonken kroonprins Willem II der Nederlanden en zijn gemalin, de zuster van tsaar Alexander I, 808 Russische stenen en mineralen aan het Museum van Brussel, de voorloper van het huidige Museum voor Natuurwetenschappen.

Dit was het begin van onze geologische collectie, die vandaag meer dan 5000 Belgische en 25000 buitenlandse stukken bevat (met ruim 80 % van alle beschreven soorten in de wereld), waaronder enkele tienduizenden tweelingkristallen, 500 geslepen stenen, bijna 140 meteorieten (waarvan er vier in België gevallen zijn), wonderlijke fluorescerende mineralen en zelfs een zeldzaam maansteentje.

Laat je in de Mineralenzaal in verrukking brengen door de schitterende kleuren en prachtige vormen van enkele van de mooiste stukken uit onze collectie …

Opmerkelijke Stukken

Tweelingkristallen
  • De ‘Japanse’ tweeling, een zeldzaam tweelingkristal

Mineralen mogen dan wel de aandacht trekken door hun schittering en hun kleuren, toch is het hun – vaak heel ingewikkelde – vorm die onze bezoekers fascineert. Tweelingkristallen illustreren dit perfect. Ze bestaan uit twee gelijkaardige kristallen die in een specifieke stand aan elkaar vastzitten. Naargelang de oriëntatie van de kristallen vinden we tweelingkristallen in de vorm van een zwaluwstaart, een vlindervleugel, een lanspunt ...

Je zult ze duidelijk herkennen dankzij de schema's en de prachtige exemplaren in de vitrine "Symmetrie".

Een stukje van de maan
  • Dit stukje maanbasalt, meegebracht tijdens de Apollo 17-missie, is amper 18 mm groot!

In december 1972 voerde Apollo 17 de allerlaatste maanlanding uit. Geoloog (en copiloot van de maanlander) Harrison H. Schmitt en astronaut Eugene Cernan verzamelden toen iets meer dan 100 kg maangesteente, wat meer is dan bij de andere Apollovluchten.

Schmitt is de eerste burger die met zo'n vlucht meeging. Hij en Cernan waren de laatste mensen die op de maan wandelden.

In deze zaal zie je een maansteentje dat ze toen meegebracht hebben. Het werd door de Amerikaanse president Richard Nixon aan België geschonken en in 1974 door koning Boudewijn aan het Museum toevertrouwd.

Pyriet
  • Aggregaat van pyrietkubussen

Pyriet blinkt als goud, maar het is gewoon ijzerdisulfide (FeS2) en dus waardeloos. Het wordt daarom ook wel gekkengoud genoemd.

De skeletten van de iguanodons van Bernissart waren volledig gevuld met pyriet. Toen de klei van de moerassen de dinosauruskrengen bedekte, werden deze door blauwwieren (cyanobacteriën) ontbonden. Het zuur dat hierdoor vrijkwam, reageerde met het ijzer uit de klei, waardoor pyriet ontstond. Beetje bij beetje vulde dit de vele gaatjes in de beenderen.

Het woord 'pyriet' komt van het Oudgriekse puritês lithos, wat 'vuursteen' betekent. De prehistorische mensen maakten er immers vuur mee: ze klopten met het pyriet tegen een vuursteen tot er vonken uitsloegen. Die deden een droge tondelzwam gloeien en die liet dan weer droge twijgjes en gras ontbranden …

Meteorieten
  • Doorsnede van een ijzermeteoriet

Meteorieten zijn meestal klein: het zijn stukken van kometen of van planetoïden. Ze zijn vooral afkomstig uit de planetoïdengordel, die zich tussen Mars en Jupiter bevindt, en geven dus belangrijke informatie over de vorming van ons zonnestelsel.

Elk jaar valt ongeveer honderd ton meteorieten op de aarde! Bijna 90 % hiervan zijn steenmeteorieten, waaronder de chondrieten en de achondrieten, die minder dan een derde metaal bevatten. De metaalmeteorieten nemen slechts 5 % van de inslagen voor hun rekening. Ze bestaan hoofdzakelijk uit ijzer en nikkel. De zeldzaamste (minder dan 1 %) zijn pallasieten of steen-ijzermeteorieten.

Het verschil tussen asteroïden, vliegende sterren en superboliden kan je achterhalen in de ruimte waar je ook de zes in België gevallen meteorieten kunt bekijken.

De miniatuurgrot
  • De miniatuurgrot

Grotten zijn holtes die op natuurlijke wijze gevormd worden door regenwater en oppervlaktewater dat in het kalkgesteente binnensijpelt en het langzaam uitholt. Dit infiltratiewater lost namelijk de kalksteen op. Sommige grotten zijn rijkelijk versierd met stalactieten, stalagmieten en stenen zuilen en gordijnen.

Maar hoe ontstaan al deze druipstenen en waaruit bestaan ze? Hoe komen ze aan al deze kleuren van bijna wit tot allerlei tinten van oranje? Je leert het allemaal met dit didactisch model van een typische grot.

Go to top