Vaste tentoonstelling » Virtuele Schelpenzaal

KOOP JE TICKETS ONLINE

TICKETS !

  • close-up of a gastropod shell exhibited in the Shells Hall
  • close-up of a coral exhibited in the Shells Hall
  • close-up of a coral exhibited in the Shells Hall
  • close-up of the aquarium (and a clown fish) exhibited in the Shells Hall

Virtuele Schelpenzaal

De Insecten- en de Schelpenzaal sloten definitief hun deuren op 18 april 2017. Je kan ze wel nog altijd virtueel bezoeken via Google Street View (klik op het gele mannetje rechts onderaan, selecteer daarna bovenaan op het scherm de derde verdieping) of via Google Maps (sleep het gele mannetje naar het Instituut en selecteer de derde verdieping in de kolom rechts).

In deze zaal staan meer dan duizend schelpdieren en andere weekdieren tentoongesteld! En toch vormen ze samen slechts een gering deel van onze verzameling, die met bijna negen miljoen exemplaren in zijn soort een van 's werelds grootste is …

Maar de Schelpenzaal bevat niet alleen schelpen, maar ook koralen, zeesterren, zee-egels en andere ongewervelde dieren: je ziet er enkele springlevend in het tropische aquarium, waarvan het water hele jaar door 26 °C warm is. Daarnaast zijn er fijne didactische modellen en illustraties.

Opmerkelijke Stukken

Gastropoden
  • Entemnotrochus rumphii heeft een spiraalsgewijs opgewonden schelp met brede basis die soms een diameter tot bijna dertig centimeter kan hebben.
  • Twee schelpen van de slakkensoort ‘Helix aspersa aspersa’: een rechtsgewonden en een linksgewonden
  • Een soort van Muricida tentoongesteld in de Schelpenzaal

De meeste weekdieren in de zaal zijn slakken. Ze hebben een gespierde voet, waarmee ze zich voortbewegen (de meeste soorten kruipen, de waterbewoners zwemmen). Ze hebben ook een radula of rasptong, waarmee ze algen van rotsen of muren schrapen of hun prooien opeten (bij de kegelslakken is dat een giftige harpoen).

Bovendien hebben ze slechts één – meestal spiraalsgewijs gewonden – schelp: het slakkenhuis. Bij naaktslakken is die schelp inwendig en sterk gereduceerd: ze ontbreekt soms volledig.

In de zaal raak je zeker onder de indruk van Lambis crocata met haar lange dunne 'heksenvingers' (vitrine 39, Strombidae nr. 24), de forse Syrinx aruanus en Melo amphora (vitrine 37), de ragfijne en ingewikkelde venuskam Murex pecten (vitrine 42, nr. 78) …

Noordzee
  • Een wormvormige hoopje zand op onze stranden
  • Zeepokken lijken op schelpjes, maar in werkelijkheid zijn het schaaldieren, net als krabben en garnalen

Alleen al in het Belgische deel van de Noordzee – amper 1 % van de totale oppervlakte – komen er ongeveer 90 vissoorten voor (zeepaling, haring, ansjovis, wijting, tarbot, schol, griet, botervis, slijmvis, harder…). Ook leven er enkele zeezoogdieren (zoals bruinvissen en zeehonden), heel wat vogels (kokmeeuw, zilvermeeuw, visdiefje, bergeend, zwarte zee-eend, eidereend …) en invertebraten van allerlei slag (weekdieren, schaaldieren, wormen …).

Leerlingen die op zeeklas gaan, kunnen hier een voorbereidende animatie volgen.

Tweekleppigen
  • Kamschelpen in verschillende kleuren (van geel tot paars), tentoongesteld in de Schelpenzaal
  • Aan de basis van de mosselvoet zit een klier die byssusdraden afscheidt.

Mosselen, kamschelpen, messen, tapijtschelpen, oesters … zijn weekdieren waarvan – de naam zegt het al – de schelpen uit twee kleppen bestaan. Alle tweekleppigen leven in het water en in de zaal kan je vergapen aan hun rijke scala aan kleuren, motieven, vormen en formaten.

Onze reuzenexemplaren verdienen zeker je aandacht: de grote steekmossel (Pinna nobilis, vitrine 34, nr. 26), de ellenlange Kuphus polythalamia (vitrine 35, nr. 111) en de recordhouders – in gewicht en in grootte! – de doopvontschelpen (Tridacna gigas). De grootste doopvontschelp kon niet eens in een vitrine en staat daarom bij de koralen tegenover het aquarium.

De verzameling Dautzenberg
  • Enkele van de 8000 boeken uit de verzameling Dautzenberg

De Belg Philippe Dautzenberg (1849-1935), een amateur-conchylioloog (schelpenkenner), bestudeerde en verzamelde weekdieren en hun schelpen. Hij bracht circa 8000 gespecialiseerde werken bijeen, maar bovendien 4,5 miljoen exemplaren die hij gekocht of met andere liefhebbers geruild had.

In 1929 schonk hij zijn collectie aan het Museum, dat nu de derde grootste schelpenverzameling in de wereld bezit.

Enkele boeken, platen en specimens uit die omvangrijke collectie prijken nu in de twee speciaal aan hem gewijde vitrines.

Go to top