Biologen hebben ‘bushmeat’ dat in Brussel clandestien werd verkocht, genetisch geanalyseerd. De helft van de stalen bleek van een ander dier dan de verkoper aangaf. Drie stalen bevatten DNA-sporen van het monkeypoxvirus. ‘Als we geen risico willen op besmetting en de verdere verschraling van de biodiversiteit in het land van herkomst willen tegengaan, moeten de invoercontroles scherper’, zegt bioloog Erik Verheyen (KBIN, UA).
Bushmeat (bosvlees) is vlees van de jacht op wilde dieren in de tropen. Denk maar aan primaten, buffels, antilopen of rietratten. Lokaal is bushmeat vaak een armenmaal, omdat er weinig alternatieven zijn. Hier in het Westen is het een prijzige delicatesse, die wordt binnengesmokkeld. In Europa komen tientallen tonnen bushmeat binnen, vooral uit Afrika, blijkt uit studies. Voor België ontbreken vooralsnog cijfers. Biologen van het Koninklijk Belgisch Instituut startten daarom een pilootproject.
Beschermde soorten?
Eind 2017 vroegen ze Congolese onderzoekers die op bezoek waren, na te gaan of er bushmeat te koop was in Brussel. In anderhalve maand verzamelden ze twaalf stukken vlees, afkomstig van drie winkels. Het bushmeat werd verkocht aan gemiddeld 40 euro per stuk, vaak onafhankelijk van het gewicht.
De biologen wilden ook nagaan of er beschermde soorten bij zijn. Het vlees wordt veelal in kleinere stukken gesneden en gerookt, waardoor de diersoort moeilijk herkenbaar is. Biologe Sophie Gombeer van BopCo (Barcoding Facility for Organisms and Tissues of Policy Concern, geleid door KBIN en KMMA) bepaalde met DNA-onderzoek dat de stalen van onder meer een brazzameerkat, een moerasantilope, een Afrikaans kwaststaartstekelvarken, penseelzwijnen, grote rietratten en duikers zijn. ‘Zes van de twaalf stalen waren iets anders dan wat de verkoper aangaf’, zegt Gombeer. ‘De twee stalen van een Afrikaanse buffel bleken gewoon van een koe. Je weet dus niet wat je koopt.’
Alle stalen die hier in Brussel zijn gekocht, hebben op de rode lijst van IUCN het label ‘Least Concern’, maar enkele staan op de Appendix II-lijst van het CITES-verdrag en voor die dieren is de handel sterk gelimiteerd, om ze te beschermen. VRT-journalist Stijn Vercruysse smokkelde voor het programma PANO een stuk bushmeat uit Congo ons land binnen dat - na DNA-barcoding - van een chimpansee bleek. Chimpansees zijn wel bedreigd.
Ziekteverwekkers
Het team van bioloog Herwig Leirs (Universiteit Antwerpen) onderzocht de bushmeatstalen op viraal DNA. Drie – van stekelvarken, penseelzwijn en moerasantilope – testten positief op DNA van monkeypox, een virus dat van dier op mens en van mens op mens kan overgaan. De symptomen zijn onder meer blaasjes op de huid. Leirs: ‘Dat we DNA van het virus aantreffen in het vlees, wil nog niet zeggen dat het levende virus in het staal aanwezig is. Er is voorlopig dus geen reden voor paniek. We gaan er niet van uit dat mensen die dit vlees zouden eten of aanraken, besmet zouden worden, maar we kunnen het ook niet uitsluiten. Bushmeat kan nog andere virussen bevatten, dus de ongecontroleerde invoer houdt wel een risico in voor de gezondheid en ook voor de veestapel hier.’
‘Bushmeat in ons land is een feit’, besluit bioloog Erik Verheyen (KBIN, UA). ‘In bijvoorbeeld Parijs en Genève worden er jaarlijks tonnen van verhandeld. Waarom zou het hier in Brussel anders zijn? Als we het biodiversiteitsverlies in Afrikaanse landen door internationale handel in bushmeat willen tegengaan, en geen risico’s willen lopen voor de volksgezondheid, zal de invoer strenger moeten worden gecontroleerd.’
Op 3 oktober zenden zowel het VRT-programma PANO als het RTBF-programma On n’est pas des pigeons een reportage uit over bushmeat in Brussel, met medewerking van onder meer de onderzoekers van KBIN en UAntwerpen.