Elk voor- en najaar trekken miljoenen vogels over ons land. Dit doen ze voornamelijk op grote hoogte en ‘s nachts, waardoor het fenomeen voor ons grotendeels onzichtbaar is. Maar niet voor weerradars! Het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België (KMI) en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) van de Vlaamse overheid lanceerden op 9 maart 2021 in samenwerking met het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) een webapplicatie waarop iedereen deze migratie in real time over de ganse Benelux in detail kan bekijken. Hierop is te zien dat de vogeltrek dit jaar uitzonderlijk vroeg op gang kwam, en dat heeft alles te maken met het ongewoon warme weer in de tweede helft van februari.
Wat heeft meteorologie met vogeltrek te maken? Veel, zo blijkt. En bovendien: het werkt in beide richtingen. Vogels wachten de ideale weersomstandigheden af om te beginnen aan hun grote tocht naar hun overwinteringsgebieden in het zuiden, en omgekeerd terug naar hun broedgebied. Maar al even intrigerend is het feit dat één van de belangrijkste hedendaagse meetinstrumenten in de meteorologie, de weerradar, deze vogels gedetailleerd in kaart kan brengen. Een weerradar detecteert immers niet alleen de waterdruppeltjes in de atmosfeer, maar evengoed vogels die zich verplaatsen in het luchtruim.
De nieuwe website biedt een uniek beeld van de vogeltrek over de ganse Benelux, gebaseerd op tien weerradars gesitueerd in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland. De grafiek die als eerste wordt getoond bij het laden van de website, is de zogenaamde MTR (Migration Traffic Rate). Met deze parameter wordt uitgedrukt hoeveel vogels er op elk moment van de dag passeren in de omgeving van de radar, en dit door een denkbeeldig scherm van 1 kilometer breed en oneindig hoog (in de praktijk neemt men het scherm 5 km hoog). Men kan het vergelijken met het debiet of de flux aan vogels dat door de lucht stroomt.
De kleurrijke figuur eronder geeft een beeld van hoe deze vogels verdeeld zijn over de verticale lagen van de atmosfeer. De parameter die getoond wordt op deze figuur is de vogeldichtheid, uitgedrukt in het aantal vogels per kubieke kilometer. Er moeten wel bepaalde aannames worden gemaakt om tot dit getal te komen (bijv. over de typische grootte van een trekvogel). Bovendien is de radar niet in staat om de lokale vogelbewegingen dicht bij het aardoppervlak waar te nemen. Meer uitleg over de correcte interpretatie wordt voorzien op de website zelf.
Voorjaarstrek in volle gang
Op de website (en de bijgevoegde figuur) is te zien hoe de vogeltrek stilaan op gang kwam tijdens de uitzonderlijk warme dagen in het tweede deel van februari, en dit vooral - omwille van de windrichting - in het oosten van de Benelux. Dit is ongewoon vroeg, aangezien massale voorjaarstrek doorgaans plaatsvindt in de maand maart tot midden april; de precieze periode is daarbij afhankelijk van de meteorologische condities zoals de heersende windrichting, de gemiddelde temperatuur en de aanwezigheid van neerslagzones. De omgekeerde beweging, naar het zuiden, wordt gewoonlijk tussen midden september en eind oktober gemaakt. Waar dit voorheen een fenomeen was dat zich grotendeels onzichtbaar hoog in de lucht (en vooral ’s nachts) afspeelt, wordt dit nu een stukje zichtbaar gemaakt voor ons, grondgebonden aardbewoners!
Voortbouwen op bestaande expertise
In de meteorologische en hydrologische toepassingen van de weerradar worden de vogelsignalen netjes geëlimineerd uit de radardata. Maar voor ornithologen en ecologen is deze informatie net heel waardevol. Ook al kunnen radars geen onderscheid maken tussen vogelsoorten, geven de vogelsignalen onschatbare inzichten in de dynamiek en evolutie van vogeltrek op grote schaal, die op geen enkele andere manier te verwerven zijn. Daarnaast is deze detectie ook belangrijk voor de luchtvaart: botsingen tussen vliegtuigen en groepen vogels kunnen soms fatale gevolgen hebben, en de detectie van vogels door weerradars kan helpen om deze botsingen te vermijden.
Zowel KMI, INBO als KBIN hebben de laatste tien jaar een aanzienlijke expertise opgebouwd in vogeldetectie op basis van weerradar. Het KMI installeerde reeds enkele jaren terug speciale software die het vogelsignaal in de radarbeelden scheidt van de neerslag, en vervolgens kwantificeert. Het eindproduct van deze vogeldetectie wordt al verschillende jaren gedeeld met de Bird Control Section van de Luchtcomponent van Defensie (vroegere Luchtmacht), en met diverse Europese onderzoeksprojecten. Deze hebben een geweldige impuls gegeven aan de studie van vogelmigratie het gedrag van insecten en vleermuizen op basis van radar. Het onderzoeksveld kreeg zelfs een eigen naam: radar-aeroëcologie.
Het onderzoeksinstituut INBO speelt al geruime jaren een belangrijke rol in deze Europese studies. Zo ontwikkelde haar Open science lab for biodiversity reeds in het verleden innovatieve visualisaties om vogeltrek beter in kaart te brengen. Ook het KBIN heeft afgelopen jaren bijgedragen tot de studie van vogeltrek met behulp van radar. In het bijzonder werd er bij KBIN gefocust op de mogelijke invloed van off-shore windparken voor de Belgische kust op vogelmigratie. Hierbij werden onder meer de vogelsignalen uit de weerradar vergeleken met de metingen van een speciale vogelradar geïnstalleerd op een platform in een windmolenpark op de Noordzee.
Transparant en toegankelijk
Occasionele nieuwsberichten over deze vorm van vogeldetectie konden in het verleden vaak op veel interesse van het brede publiek rekenen. Met de lancering van de nieuwe website willen de projectpartners de vogeldetectie door weerradars toegankelijk maken voor iedereen die geïnteresseerd is in het fascinerende fenomeen van vogeltrek. Bovendien is de ontwikkeling van de webapplicatie volledig transparant gebeurd en is deze beschikbaar als open source software, zodat deze portabel en herbruikbaar wordt voor gelijkaardige initiatieven.
De webapplicatie is een resultaat van het BELSPO-valorisatieproject CROW, dat voortbouwt op de expertise die dezelfde partners eerder opdeden in het BELSPO-project RAVEN, waarvoor het KBIN als coördinator optrad. De doelstellingen van RAVEN waren het valideren van registraties van vogels door de weer- en vogelradars, het koppelen van de kleinschalige waarnemingen van de vogelradar aan de grootschalige vogelwaarnemingen door de weerradar, en het verwerken van radargegevens van twee volledige migratieseizoenen om een schatting te maken van het totale aantal vogels dat doorheen het meetvolume van de weerradar is gevlogen tijdens een volledig trekseizoen.
Korte video over radar-aeroëcologie (Engels): https://youtu.be/uwvXKmOViws