Vanaf 8 april kom je een wel heel apart dier tegen in ons Museum: een trommel in de vorm van een antiloop. Deze gleuf- of seintrommel hoort eigenlijk thuis in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA), maar hij logeert bij ons – tussen de zalen “250 jaar Natuurwetenschappen” en “BiodiverCITY” – omdat er daar renovatiewerken aan de gang zijn.
Dit muziekinstrument is een echt communicatiemiddel: een stem die boodschappen overbrengt tussen dorpen van eenzelfde gemeenschap. De trommel is uit één enkel stuk boomstronk gesneden. Twee wanden van verschillende dikte brengen een verschillende klank voort. Zo kan de dorpstrommelaar gesproken taal omzetten in ritmische codes.
Het bijzondere instrument kwam naar Tervuren tijdens de Wereldtentoonstelling in 1897 en was sindsdien bijna voortdurend te zien in de permanente tentoonstelling. De trommel heeft meer dan honderd jaar later nog steeds een zeer krachtig en homogeen timbre. Dit wijst op het meesterschap van de trommelmaker.