Entomoloog Maurice Leponce zweeft met een luchtballon boven het regenwoud van Papoea-Nieuw-Guinea om mieren te bestuderen. Bekijk hem op YouTube!
Onze collega, entomoloog Maurice Leponce, onderzoekt mieren op een wel erg spectaculaire manier. Met aangepaste luchtballonnen zweeft hij boven de bomen van het regenwoud in Papoea-Nieuw-Guinea om kolonies van bovenaf te observeren. Onderzoekresultaten zijn niet het enige waar hij op uit is: Leponces project moet ook het ecosysteem en de lokale bevolking ten goede komen. De televisiezender France3 maakte er een minidocumentaire over.
Papoe-Nieuw-Guinea: een last frontier voor biologen
Het is kwart voor zeven in de ochtend. Entomoloog Maurice Leponce ziet de zon opkomen boven de mistige boomtoppen van het regenwoud in Papoea-Nieuw-Guinea. Dat indrukwekkende tafereel aanschouwt hij niet bovenop een berg of vanuit een vliegtuig. Nee, hij balanceert op een tak op meer dan dertig meter hoogte. “Het is onwerkelijk. Ik kan op de takken staan als een vogel.”
Het regenwoud van Papoea-Nieuw-Guinea is een van de meest biodiverse plaatsen op aarde, maar werd nog maar weinig bestudeerd. De dichte begroeiing maakt “deze last frontier voor biologen” moeilijk toegankelijk. Zo ook voor Maurice Leponce, die gespecialiseerd is in tropische biodiversiteit. Hij doet onderzoek naar mierenkolonies in het regenwoud. Verscheidene soorten hebben van de bovenste bomenlaag hun woonplaats gemaakt. Maar hoe bestudeer je diertjes die tientallen meters hoog verschanst zitten in dichte vegetatie? De boom in klauteren langs beneden is geen optie. Dan maar langs boven!
Mieren spotten vanuit de lucht
Om de boomlaag te bereiken maakt Leponce gebruik van luchtballonnen, op helium of hete lucht. Iedere dag stijgt hij op om stalen van planten en insecten te verzamelen. “Door de luchtballon kom ik op plaatsen die anders onbereikbaar zouden zijn. Magische momenten!”
Leponce maakt gebruik van een luchtballon voor twee personen, aangedreven door een motortje, en van de “Canopy Bubble”. Dat is een heliumballon voor één persoon. Met behulp van een kabel van twee kilometer, gespannen over de bomen, beweegt Leponce zich vlot van tak tot tak. Door het geweldige zicht van bovenaf is Maurice in staat een ‘mierenmozaïek’ uit te tekenen. Dat is een overzicht van het gebied waarbij aangeduid staat welke boom door welke mierensoort wordt bezet, hoe ze communiceren met elkaar en met andere insecten.
Meer dan wetenschappelijk onderzoek
Maurice krijgt hulp van plaatselijke onderzoeksassistenten, para-ecologen genaamd. Het zijn getalenteerde natuurwetenschappers uit de omgeving die verder worden opgeleid in onderzoeksstations. Die stations, opgericht door de Tsjechische wetenschapper Vojtěch Novotný, vormen een bron van inkomsten voor de gemeenschap en inspireren bovendien om het ecosysteem te beschermen. Voor jonge mensen is het programma een kans om zich te ontwikkelen in een sector die niet ten koste van het woud gaat, in tegenstelling tot de ontbossing- of mijnindustrie.
“Vroeger besteedden biologen enkel aandacht aan hun eigen onderzoek. Dat leidde tot erg deprimerende situaties waarbij ze een tropisch woud onderzochten dat tien jaar later verdwenen was!” Onderzoek dat bijdraagt aan de bescherming van de habitat, is volgens Maurice Leponce de sleutel tot duurzaamheid.
Bekijk “In the Treetops of Papua New Guinea”, de mini-documentaire die Maurice Leponce zelf maakte, op YouTube. (Met de steun van Belspo, FNRS en de Nationale Loterij)
Bekijk ‘Le scientifique de la jungle’ in het reisprogramma Faut pas rêver op France 3 (Frans).