Nieuwe vondst suggereert dat alle dinosauriërs veren hadden

KOOP JE TICKETS ONLINE

TICKETS !

Artistieke impressie van Kulindadromeus zabaikalicus, de primitieve gevederde dinosaurus (© Andrey Atuchin)
07/08/2014
Nieuwe vondst suggereert dat alle dinosauriërs veren hadden
post by
Reinout Verbeke

Een Belgisch-Russisch onderzoeksteam heeft de eerste plantenetende dinosoort ontdekt die veren had. Tot nu toe werden alleen gevederde dinosauriërs opgegraven die vleeseters waren en voorlopers van de huidige vogels. De nieuwe vondst uit Siberië, Kulindadromeus zabaikalicus gedoopt, suggereert dat alle dino’s, ook de primitieve soorten, pluimen konden ontwikkelen. De studie staat in Science. Onze collega en hoofdauteur van het artikel, paleontoloog Pascal Godefroit, presenteert deze ontdekking in korte video's onderaan deze pagina.

In 1996 toonden spectaculaire vondsten uit China aan dat de iconische Archaeopteryx lang niet de enige dinosauriër was met veren: de meest vleesetende dino’s (theropoden) hadden min of meer geëvolueerde pluimen, en sommige hadden vleugels waarmee ze van de ene boom naar de andere konden zweven of vliegen. Paleontoloog Pascal Godefroit (Koninklijk Belgische Instituut voor Natuurwetenschappen) deed nu samen met internationale collega’s een belangrijke ontdekking bij de Olov-rivier in het oosten van Siberië. Ze vonden een nieuwe, plantenetende dinosoort van 169 tot 144 miljoen jaar oud die veren had. Het is de eerste keer dat veren zijn ontdekt bij dinosauriërs die geen theropoden zijn. Waarschijnlijk konden dus alle dino’s, zelfs de primitiefste soorten, veren ontwikkelen.

De eerste pluimen zijn wellicht ontstaan in het trias, ongeveer 220 miljoen jaar geleden, en waren een soort dons dat de lichaamstemperatuur op peil hield en een visueel signaal. Pas later waren de veren zo geëvolueerd dat ze geschikt waren om te vliegen. Waarschijnlijk waren de kleinere dinosauriërs bedekt met veren, vaak met kleurrijke patronen, en zijn die verloren gegaan toen dinosauriërs in omvang toenamen.

Honderden botten

Het onderzoeksteam van Godefroit en van Russisch paleontoloog Sofia Sinitsa (Institute of Natural Resources, Ecology and Cryology) groef in de zomer van 2013 op de Kulinda-site aan de oever van de Olov zes schedels en meer dan vijfhonderd beenderen op van Kulindadromeus zabaikalicus. De nieuwe soort is een primitieve telg van de ornithischiërs, de plantenetende orde die niet tot de huidige vogels leidde, en waartoe bijvoorbeeld ook Triceratops en Iguanodon behoorden. Kulindadromeus was slechts anderhalve meter lang, met korte armen, lange achterpoten en een lange staart die bedekt was met schubben. Hij had een korte schedel en de tanden van een planteneter. De meest verrassende ontdekking van de paleontologen waren de complexe structuren op de voor- en achterpoten, die op veren lijken. De erg goed bewaarde draden, elk 15 millimeter lang, clusteren per zes of zeven samen.

Remmend mechanisme

Het onderste deel van de achterpoten van Kulindadromeus was bedekt met zeshoekige tot ronde schubben, die op die van de huidige vogels lijken. Dit type schubben zijn mogelijk veren die niet gegroeid zijn doordat een remmend mechanisme actief is dat de ontwikkeling van pluimen tegenhoudt, zeggen embryologen. Misschien waren niet alle dinosauriërs volledig met pluimen bedekt, omdat ze dit afremmende mechanisme ontwikkeld hadden.

Op zijn borst en rug en rond zijn hoofd stonden lange draden. Die draden zijn recent ook ontdekt bij twee andere ornithischiërs: Psittacosaurus en Tianyulong. Maar er is nog veel discussie onder paleontologen of deze structuren aan de buitenkant van de opperhuid vastzitten of onderhuidse collageenvezels zijn, en of ze überhaupt een vroeg stadium van de evolutie van de pluim zijn.

Meren en vulkanen

Op de Kulinda-site, die in 2010 door Sofia Sinitsa is ontdekt, zijn veel goedbewaarde fossielen van planten, insectenlarven en zoetwaterschaaldieren gevonden. Daaruit blijkt dat Kulindadromeus zabaikalicus in een merengebied leefde. In de omgeving bevinden zich ook veel vulkanische afzettingen, dus op die plaats was er tijdens het midden- en bovenjura hevige vulkaanactiviteit.

Abonneren op Royal belgian Institute for natural Sciences News
Go to top