Twee primitieve zoogdieren die aan het einde van het dinotijdperk leefden
Paleontologen van ons Instituut hebben twee primitieve zoogdieren uit het Boven-Krijt beschreven, die zo’n 70 miljoen jaar geleden leefden. Het ene is opgegraven in Binnen-Mongolië, het andere in Roemenië. Ze behoren tot de multituberculaten, een uiterst succesvolle zoogdierengroep, die verschillende massa-extincties overleefde, maar 35 miljoen jaar geleden uitstierf.
Het mooiste en best bewaarde van de twee exemplaren komt uit de Gobi-woestijn van Binnen-Mongolië: onder meer een complete schedel met tanden en de volledige linkervoorpoot. Het fossiel werd in 1999 opgegraven tijdens een Belgisch-Chinese expeditie in de Bayan Mandahu Formatie. Dit kleine zoogdier, met een schedeltje van 2,6 cm, had knaagdierachtige tanden, was een omnivoor en bewoog zich wellicht ‘hoppend’ voort zoals een springmuis. Maar ondanks hun overeenkomsten zijn deze zoogdieren niet de voorouders van de huidige knaagdieren. Die ontstonden uit een andere groep.
De studie van Thierry Smith (KBIN) en collega’s wijst uit dat dit exemplaar tot het genus Kryptobaatar behoort. Het exemplaar vertoont sterke overeenkomsten met twee bekende soorten van Kryptobaatar, maar ook verschillen. De resultaten suggereren dat er veel meer variatie was in vorm en lichaamsbouw (morfologie) bij multituberculaten dan bij de moderne zoogdieren.
Vaak wordt zo’n sterke variatie toegeschreven aan isolement – dat veel populaties afgesneden waren van andere door natuurlijke barrières en zo van elkaar weg evolueerden. Maar isolement kan in het Gobibekken niet de enige motor zijn geweest voor de grote variatie binnen Kryptobaatar-soorten.
Begin jaren 2000 groef een Belgisch-Roemeens team in het westen van Roemenië – in de Sânpetru Formatie – heel wat fossielen op van vroege zoogdieren. Een schedeltje met geassocieerde tanden uit de vindplaats Nălaţ-Vad is zonet beschreven en behoort wél ondubbelzinnig toe aan een nieuwe soort. Het werd Kogaionon radulescui gedoopt. De vorm van de tanden is veeleer eenvoudig en vertoont grote gelijkenissen met primitievere multituberculaten uit Azië (Eobaatar-achtigen). Wellicht hebben ze zich al in het Onder-Krijt vanuit Azië over Europa verspreid.
Ten tijde van de dinosauriërs
Kryptobataar en Kogaionon behoren tot de multituberculaten, een succesvolle groep primitieve zoogdieren. De naam verwijst naar de vele knobbeltjes op de kiezen. Deze groep ontstond in het juratijdperk en heeft liefst 120 miljoen jaar bestaan. Multituberculaten hebben zo’n 90 miljoen jaar tussen de dinosauriërs rondgekropen. Zo vonden onze paleontologen op de vindplaats in Binnen-Mongolië onder meer Protoceratops, Pinacosaurus en Velociraptor. In Roemenië dan weer Paludititan en Zalmoxes (een iguanodonachtige).
In tegenstelling tot de dinosauriërs overleefden de multituberculaten de uitstervingsgolf op het einde van het krijt, 65 miljoen jaar geleden, wél. Ook de grote klimaatopwarming tien miljoen jaar later, die de moderne zoogdieren (paarden, katten, apen, ...) deed ontstaan, kwamen ze te boven. Maar 35 miljoen jaar geleden verdwenen de multituberculaten dan toch van het toneel.
De twee studies zijn gepubliceerd in respectievelijk Cretaceous Research en Journal of Mammalian Evolution.