Aan boord van het observatievliegtuig boven de Noordzee
Het toezichtsvliegtuig van het Instituut voor Natuurwetenschappen vliegt jaarlijks tot 250 uur per jaar boven de Belgische kust voor observatiemissies. De bemanning heeft uiteenlopende opdrachten: zeeverontreiniging opsporen, visserijzones controleren, biodiversiteit monitoren en de kustwacht ondersteunen. Aan boord werken de wetenschappers van het Instituut nauw samen met piloten van Defensie. Luchtoperator Kobe Scheldeman vertelt hoe het eraan toe gaat.
Hoogvliegende missies
De wetenschappers van het observatieteam houden vooral toezicht op vervuiling in en rond de Noordzee. Ze sporen onder meer luchtvervuiling op door scheepsbrandstoffen. “De Noordzee is een beschermd gebied. Schepen die het Kanaal bevaren, moeten zwavelarme brandstoffen gebruiken, die duurder zijn dan conventionele brandstoffen”, legt Kobe Scheldeman uit. “Sommige reders zouden in de verleiding kunnen komen om zich niet aan deze regel te houden.” Wanneer we zwavelhoudende lucht detecteren, waarschuwen we de havenautoriteiten zodat zij verdachte schepen kunnen controleren.
Ook waterverontreiniging staat centraal: olielekkages of chemische lozingen. “Het Instituut ontwikkelde modellen die rekening houden met getijden en stromingen. In geval van een ramp kunnen wetenschappers zo de baan van een olievlek voorspellen en interventieteams op zee helpen om ze in te dammen voordat ze kwetsbare gebieden, zoals bij voorbeeld het natuurreservaat het Zwin, bereikt”, aldus Scheldeman.
Daarnaast controleert het vliegtuig menselijke activiteiten: naleving van scheepvaartroutes, toegestane visgebieden en het identificeren van verdachte schepen (zoals de Russische ‘spookvloot’ en hun naleving van internationale regels).
De bemanning neemt bovendien deel aan reddingsoperaties op zee en volgt de aanwezigheid van zeezoogdieren langs de kust. Kortom: niets wat zich in de Noordzee afspeelt, ontsnapt aan hun aandacht. Hun werk is van onschatbare waarde om schade te voorkomen of te beperken én om de mariene biodiversiteit te beschermen.
Ultramoderne apparatuur
Het surveillancevliegtuig is uitgerust met gespecialiseerde instrumenten waarmee de bemanning zeeverontreiniging kan observeren en meten.
· SLAR-radar (Side-Looking Airborne Radar): detecteert olievlekken tot 20 km aan weerszijden van het vliegtuig. Radiogolven worden normaal teruggekaatst door het zeeoppervlak, maar olie of chemicaliën absorberen ze. Het uitblijven van een signaal wijst dus op vervuiling. “Voor een scan vliegt het toestel op een hoogte tot 500 meter,” legt Scheldeman uit. De gegevens worden vervolgens nauwkeurig in kaart gebracht zodat actie kan volgen.
· ‘Snuffelsonde’: analyseert lucht en spoort vervuilingspieken (zoals zwavel of stikstof) op. Daarvoor vliegt het vliegtuig soms letterlijk door rookpluimen van schepen, vlak boven het wateroppervlak.
· Onboard computersystemen: brengen de verzamelde data live in kaart
Een uiterst flexibele planning
Het jaarlijkse budget voor het inzetten van het toezichtsvliegtuig bepaalt het aantal vlieguren – gemiddeld zo’n 250. Die uren worden zo gespreid om een representatief beeld te krijgen van de dagelijkse toestand in de Noordzee.
Het vluchtschema is bewust onvoorspelbaar voor schepen, net als bij verrassingscontroles op de weg. “Het vliegtuig heeft sterk wisselende routes, met vluchten overdag én 's nachts”, vertelt Scheldeman.
De bemanning past haar vluchten ook aan op basis van de waarnemingen van Europese satellieten die op gezette tijden boven de Belgische kust vliegen. Het vliegtuig vult die gegevens aan door te patrouilleren op momenten zonder satellietdekking, of grijpt in bij de melding van een afwijking.
Een hechte en uitstekend getrainde bemanning
Het team aan boord van het vliegtuig is veelzijdig en vult elkaar aan met hun expertise. Het zijn wetenschappers van het Instituut, afkomstig van de BMM (Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee) en piloten van Defensie.
De leden van de BMM zijn mariene biologen, die de biodiversiteit in de Noordzee door en door kennen, bio-ingenieurs, die over meer technische kennis beschikken en stuurlui met een scheepvaartachtergrond, die hun expertise op het gebied van het besturen van schepen ter beschikking stellen.
De vier vaste piloten zijn afkomstig van Defensie. Ze zijn uiterst competent en beheersen een veeleisende, soms uitdagende vliegstijl, met name tijdens nachtvluchten.
De samenwerking tussen wetenschappers en piloten is cruciaal. De bemanningsleden moeten nauwkeurig en efficiënt te werk gaan, soms onder druk. “We moeten goed op elkaar zijn ingespeeld”, zegt Scheldeman. Tijdens de missies zijn onderling vertrouwen en communicatie essentieel.
Als het toestel vliegt, zijn er altijd vier personen aan boord: twee piloten en twee wetenschappelijke operators. “Iedereen heeft een specifieke rol: de ene observeert de zee, maakt foto's en verzamelt bewijsmateriaal; de andere beheert de computer, de zeekaarten en de rapporten”, vervolgt hij. “Om te weten welke route we moeten nemen of welke actie we moeten ondernemen, moeten we voortdurend informatie uitwisselen tussen de bemanningsleden!”
De band tussen de piloten en de operators wordt versterkt door veelvuldige gezamenlijke trainingen, zowel op het gebied van veiligheid in de lucht als op zee, maar ook door intensieve overlevingsoefeningen die een noodlanding op zee en het overleven in extreme omstandigheden simuleren. Om aan boord van het toezichtsvliegtuig te werken, moet je voorbereid zijn op elk mogelijk scenario op volle zee!
Unieke ervaringen
Het ‘snuffelvliegtuig’ vliegt niet alleen langs de Belgische kust. Jaarlijks inspecteert het ook olieplatformen in de Noordzee, wat de bemanning naar Denemarken, Noorwegen of de Shetlandeilanden brengt. Ze beleven daar onvergetelijke momenten, zien spectaculaire landschappen en soms zeldzame dieren, zoals papegaaiduikers. “Ver weg van alles, dicht bij de natuur – dat zijn ervaringen die je altijd bijblijven!”, aldus Scheldeman.
Observeren en beschermen
De wetenschappers van de BMM publiceren regelmatig rapporten en wetenschappelijke artikels op basis van hun observaties. Hun werk versterkt niet alleen de kennis en bescherming van de Noordzee, maar draagt ook rechtstreeks bij aan de veiligheid op zee en in de havens.
Samengevat: het bewakingsvliegtuig is veel meer dan een ‘snuffelvliegtuig’. Het is een vliegend laboratorium en een cruciaal instrument om de Noordzee schoon, veilig en biodivers te houden.