Burgerwetenschappers beschrijven 31 miljoen jaar oud drijfhout met aangehecht zeeleven uit Schelle

06/10/2023
Stuk van een drie meter lange fossiele boomstronk. Het hout was volledig doorboord door tweekleppigen (geel).
Stuk van een drie meter lange fossiele boomstronk. Het hout was volledig doorboord door tweekleppigen (geel).


Amateurpaleontologen hebben een groot stuk drijfhout opgegraven dat zo’n 31 miljoen jaar geleden in zee terechtkwam en waarrond heel wat zeeleven fossiliseerde. Een zeldzame vondst. ‘De gezonken boomstronk vormde een rijke voedselbron op de zeebodem, een soort kunstmatig rif’, zegt Pieter De Schutter, die de vondst mee bestudeerde.

Reinout Verbeke


In 2008 groeven amateurpaleontologen Walter Van Remoortel en Geert De Borger een drie meter lange fossiele boomstronk op in de Ceulemans-kleiput in Schelle (Provincie Antwerpen). In deze groeve werd Boomse klei ontgonnen voor de productie van bakstenen en dakpannen. Bij de stronk vonden ze een sedimentpakket barstensvol fossielen, waarvan ze onmiddellijk het belang voor de wetenschap hadden ingezien. Zo’n 300 kilogram sediment werd in zakken verzameld, gedroogd en daarna gezeefd om er de kleine en grotere fossielen uit te selecteren. Een paleontologisch team met (burger)wetenschappers van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en Britse en Tsjechische universiteiten beschrijft nu in het vaktijdschrift Geologica Belgica tal van zeldzame en zelfs enkele nieuwe soorten.
 

De laag in de kleiput in Schelle waar de stronk en de bijbehorende fauna werden gevonden.
De laag in de kleiput in Schelle waar de stronk en de bijbehorende fauna werden gevonden.
Fossielen na het zeven, met houtfragmenten, haaientanden, resten van weekdieren en gehoorsbeentjes (otolieten) van vissen.
Fossielen na het zeven, met houtfragmenten, haaientanden, resten van weekdieren en gehoorsbeentjes (otolieten) van vissen.

Stronk in de diepzee

Zo’n 31 miljoen jaar geleden lag de Rupelstreek in een diepe zee waarin de zware kleilagen van de Boomse klei werden afgezet. Al meer dan twee eeuwen worden fossiele resten aangetroffen in de kleigroeves. De kleilagen in de streek zijn bovendien zo karakteristiek dat dit deel van de geologische tijd wereldwijd bekend staat als het rupeliaan.

In die periode was het warmer dan vandaag. De vegetatie in de kustmoerassen werd gedomineerd door cypresachtigen - denk aan de huidige sequoiawouden in Californië. Ook de opgegraven boomstronk behoort tot die familie. De stronk is vermoedelijk in zee terechtgekomen toen de stijgende zeespiegel de vegetatie langs de kustlijn vernietigde, of kwam van verder in het hinterland via rivieren.

De boomstronk zakte vermoedelijk zo’n 100 meter diep in zee en werd daar gekoloniseerd door vele soorten ongewervelden, waarvan nauwelijks fossielen overbleven. Die ongewervelden waren voedsel voor rondzwemmende vissen. Tegelijk vormde de boomstronk een barrière waartegen afgestorven zeeleven zich door turbulentie ophoopte en fossiliseerde. ‘Dit geeft ons een snapshot van het zeeleven in Schelle 31 miljoen jaar geleden’, zegt Stijn Everaert, een van de auteurs van de studie. ‘Het is een mix van al bekende soorten uit de Boomse klei, en een paar die er nooit eerder zijn gevonden.’
 

Set van tanden van een uitgestorven zandtijgerhaai uit de collectie van het Instituut voor Natuurwetenschappen. Tanden van dezelfde soort werden ook in Schelle gevonden.
Set van tanden van een uitgestorven zandtijgerhaai uit de collectie van het Instituut voor Natuurwetenschappen. Tanden van dezelfde soort werden ook in Schelle gevonden.

Nieuwe soorten

De vondst leverde twee nieuwe soorten op: Trachurus reineckei, een uitgestorven horsmakreel. De beschrijving van vissen gebeurt op basis van kenmerkende gehoorsbeentjes (otolieten) van enkele millimeter lang. Die botjes spelen bij gewervelden een rol in het waarnemen van geluid, versnelling en zwaartekracht en worden vaak gebruikt bij de identificatie van vissen. De amateurpaleontologen vonden er ongeveer 30.000, die tot 11 soorten bleken te behoren. Eén groep van steenbolken (Trisopterus) was alomtegenwoordig. ‘De vertegenwoordigers van deze kabeljauwachtige vind je ook vandaag in groten getale bij kunstmatige riffen in de Noordzee, omdat daar genoeg voedsel voorhanden is’, zegt Kristiaan Hoedemakers, co-auteur van de studie.

De andere nieuw beschreven soort is een zeepok die zich vasthechtte aan het schild van schildpadden: Protochelonibia hermani. De soort, vernoemd naar dr. Jacques Herman (1948-2022), een deskundige in fossiele kraakbeenvissen, geeft indirect aan dat in het Noordzeebekken van toen zeeschildpadden rondzwommen. Dat was al bekend van eerder gevonden schildpadskeletten.

 

De nieuw beschreven soort zeepok Protochelonibia hermani van alle kanten bekeken.
De nieuw beschreven soort zeepok Protochelonibia hermani van alle kanten bekeken.


Dit geeft ons een snapshot van het zeeleven in Schelle 31 miljoen jaar geleden

Stijn Everaert, amateurpaleontoloog


De paleontologen beschreven nog andere zeldzame vondsten, zoals een set van 150 tanden van een uitgestorven zandtijgerhaai. Wellicht zijn het tanden van één haai, waarvan het karkas tegen de boomstronk was gezonken. Een dergelijke reeks bijeenhorende haaientanden is al meer dan 100 jaar niet meer opgegraven in onze streken. Voorts werden nog zeldzame kreeftachtigen, tweekleppigen en slakken beschreven.

‘Hopelijk worden daar in de toekomst nog meer boomstammen met bijbehorende fauna ontdekt. Zulke ontdekkingen kunnen leiden tot de beschrijving van nieuwe soorten, en vergroten onze kennis van de mariene biodiversiteit in het Belgisch rupeliaan’, besluiten de auteurs.

Nieuws