De Europese Platte oester, terug van (nooit?) weggeweest?

08/05/2025
Ostrea edulis, jachthaven Zeebrugge, september 2020 (Beeld: Instituut voor Natuurwetenschappen/MARECO – F. Kerckhof)

Lang geleden was de Platte oester alomtegenwoordig in de zuidelijke Noordzee. Maar door overbevissing, vervuiling en ziekten verdween deze inheemse soort bijna volledig uit ons land. Vandaag zijn er tekenen dat de Platte oester aan een voorzichtig herstel is begonnen. Dat wordt onder meer aangetoond door vondsten op onverwachte plekken, zoals in havens en offshore windparken.

Kelle Moreau

Dat de Platte oester (Ostrea edulis) weer wordt aangetroffen in Belgische wateren, mag gerust een sensatie genoemd worden. Na decennia van afwezigheid vonden mariene biologen de voorbije jaren levende exemplaren en lege schelpen van Platte oesters op allerhande menselijke infrastructuur, waaronder wetenschappelijke instrumenten. Ook in havengebieden zoals Zeebrugge en Oostende worden nu Platte oesters aangetroffen.

Daarnaast bieden offshore structuren, zoals de stalen funderingen van windturbines op zee, nieuwe leefgebieden waar oesterlarven zich kunnen hechten. Strandjutters vonden aangespoelde levende exemplaren en verse schelpen van Platte oesters op de stranden van de westkust.

Francis Kerckhof en Thomas Kerkhove van de onderzoeksgroep ‘Ecologie en Beheer van de Zee’ (MARECO) van het Instituut voor Natuurwetenschappen vatten de recente vondsten samen in een artikel in De Strandvlo, het tijdschrift van de Strandwerkgroep België, en leggen mogelijke verklaringen onder de loep. Wat daarbij opvalt, is dat de nieuwe vondsten minstens gedeeltelijk van wilde oorsprong lijken te zijn. Een comeback op het ritme van de zee.

Platte oesters op Amerikaanse zwaardschede, De Panne, februari 2025 (Beeld: Instituut voor Natuurweten-schappen/MARECO – F. Kerckhof)

Waarom zijn havens en windparken interessant voor oesters?

De moderne zeehaven is verrassend genoeg een geschikte leefomgeving geworden voor sommige soorten die vroeger in natuurlijke riffen voorkwamen. Stevige structuren zoals kademuren, pontons, meerpalen en scheepswrakken bieden harde substraten waaraan larven van oesters zich kunnen vasthechten. Bovendien zorgen havens vaak voor een zekere luwte, wat larvale vestiging vergemakkelijkt. Daarnaast is de waterkwaliteit er de laatste decennia sterk verbeterd.

Bij offshore windparken is het verhaal vergelijkbaar. Onderwater transformeren de funderingen zich tot kunstmatige riffen die leven aantrekken, van zeesterren en zakpijpen tot mosselen en... Platte oesters. De structuren worden weinig verstoord omdat scheepvaart en visserij er niet zijn toegelaten, terwijl proefprojecten met een focus op het herstel van de Platte oester zorgen voor meer larven in het water. Dat blijkt precies wat een soort als Ostrea edulis nodig heeft om opnieuw voet aan de grond te krijgen.

Een geschiedenis van verlies

De Platte oester heeft een bewogen geschiedenis in België. Ooit was ze alomtegenwoordig in de zuidelijke Noordzee, en een culinair icoon. Tot het begin van de 20ste eeuw werden oesters volop geoogst uit natuurlijke banken in de Noordzee en verwaterd in zogenaamde oesterputten aan de kust, onder meer in Oostende (de bekende Ostendaise). Maar door overexploitatie, habitatverlies, vervuiling en het insluipen van ziekten en de oesterparasiet Bonamia ostreae verdween de soort uit onze wateren.

In de tweede helft van de 20ste eeuw schakelde de commerciële oesterkweek over op de Japanse oester (Crassostrea gigas), die makkelijker te kweken is en minder gevoelig is voor de oesterparasiet. Daardoor verzeilde Ostrea edulis ook in België nog verder op de achtergrond.

Ostrea edulis (midden & rechts) en Crassostrea gigas (links) aangetroffen op pijlers in de jachthaven van Zeebrugge, begin 2024 (Beeld: Instituut voor Natuurwetenschappen/MARECO – F. Kerckhof)

Waarom is de terugkeer belangrijk?

Francis Kerckhof: “De herontdekking van de Platte oester is niet alleen cultureel en historisch interessant, het is bovenal een ecologisch verhaal. De Platte oester is immers een essentieel onderdeel van het mariene ecosysteem. Als filtervoeder helpt ze het water helder te houden, en haar riffen creëren een leefomgeving voor talloze andere soorten. Waar oesters zijn, floreert het onderwaterleven. Bovendien is de Platte oester een inheemse soort, ze hoort hier van nature thuis en haar herstel kan bijdragen aan het mariene herstel van de Noordzee.”

Daarnaast maakt deze comeback deel uit van een bredere Europese trend. In landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Nederland en Frankrijk zijn herintroductieprogramma’s opgestart om de soort opnieuw te vestigen, en ook in België lopen er proefprojecten ondersteund met Belgische en Europese financiering.

Wat nu?

Voor wetenschappers is deze herontdekking een kans én een uitdaging. Kunnen we met monitoring en DNA-analyse nagaan waar deze oesters vandaan komen? Zijn ze afkomstig van geïsoleerde relictpopulaties, zijn ze meegekomen met scheepvaart of zeestromingen uit locaties waar herstelprojecten lopen, of kwamen de oesterlarven uit de commerciële oesterkweek?

Tegelijk roept de nieuwe kennis ook beleidsvragen op. Moeten we deze natuurlijke herkolonisatie ondersteunen? Kunnen havens of offshore installaties bewust ingericht worden als oestervriendelijke structuren? En hoe vermijden we dat dezelfde fouten uit het verleden, zoals overexploitatie of onvoldoende bescherming, opnieuw worden gemaakt?

Thomas Kerkhove: “Voorlopig is het aantal Platte oesters nog beperkt, en van grote populaties is nog geen sprake. Maar het feit dat Ostrea edulis spontaan opduikt op verschillende plekken is een hoopvol teken. De zee laat ons zien dat, als we haar de ruimte geven, herstel mogelijk is. In dit kader is elke vondst op het strand of aan een kademuur een kleine herinnering aan de veerkracht van de natuur.”