Dwergvinvis aangespoeld in Heist en terug in zee geloodst

Een dwergvinvis van zo’n 6 meter raakte op 31 augustus vast in de ondiepten van de Baai van Heist. Strandredders en hulpdiensten hielden het dier urenlang nat in een geïmproviseerd ondiep bassin. Via een snel gegraven kanaal kon de walvis bij opkomend tij terug naar zee worden begeleid. Hoewel het dier nog twee keer naar ondiep water terugkeerde, slaagde men er telkens in het opnieuw dieper te begeleiden. Over de overlevingskans bleef echter twijfel bestaan.
Op zondag 31 augustus kwam een dwergvinvis (Balaenoptera acutorostrata)in de problemen voor de Belgische oostkust. Het dier kwam net voor de middag in de verraderlijke ondiepten van de Baai van Heist terecht, en bij afgaand tij kwam het helemaal droog te liggen.
Verminderen van de gewichtsdruk
De strandredders waren de hele middag in de weer om de onfortuinlijke dwergvinvis te redden. Ze bouwden een muurtje van zand rond het dier en hielden het nat in een ondiep zwembadje. Het is belangrijk dat een walvisachtige op het droge zoveel mogelijk ondersteund wordt om de druk van het eigen gewicht op de organen te verminderen. Zelfs een waterdiepte van amper 25 cm is beter dan gewoon droog liggen.
De dwergvinvis, ongeveer 6 m lang en vermoedelijk 4 ton zwaar, bleef er relatief rustig bij. Het dier was heel alert, de ogen draaiden voortdurend alle richtingen uit. Slechts af en toe sloeg het met de staart of opende het de muil, waarbij de perfect uitgelijnde crèmekleurige baleinen zichtbaar waren. De dwergvinvis leek overigens gezond: het dier leek goed doorvoed, de huid was perfect gaaf en droeg slechts weinig parasieten.

Het opkomend tij een handje helpen
Mariene biologen van het Instituut voor Natuurwetenschappen gaven advies over welke acties aangewezen waren. Met een bulldozer van de gemeente werd een kanaaltje gegraven: door het verdiepen van de kortste weg naar zee kon het dier bij opkomend tij sneller terug.
De strandredders bleven, samen met enkele brandweerlieden, een dierenarts en een aantal vrijwilligers, uren in het water staan, kniediep eerst, maar later bij stijgend water tot hun middel. Uiteindelijk konden ze rond 16u het dier door het uitgediepte kanaaltje naar dieper water begeleiden. Na ongeveer anderhalf uur een eind verder in zee heen en weer te hebben gezwommen keerde het echter tot tweemaal toe terug naar de kust. Telkens zwom de dwergvinvis zich opnieuw vast in ondiep water, maar kon men hem weer snel terugduwen. Het dier werd voor het laatst gezien tegen de avond.


Aanhoudende waakzaamheid
Kort na de laatste actie verdween het dier vlak bij de kust onder water. In de laatste uren voor het vallen van de nacht werd de dwergvinvis niet meer teruggezien. Ietwat vreemd, want van een walvisachtige die bij strandingen stress heeft ervaren en fysieke inspanningen leverde tijdens pogingen om los te geraken, wordt verwacht dat deze niet meteen diep wegduikt maar aan de oppervlakte blijft om regelmatig te komen ademen. Diep wegduiken is bovendien niet mogelijk in de ondiepe Baai van Heist.
Ingegeven door de herhaalde terugkeer van de dwergvinvis naar de kustwateren, maar ook met de mogelijkheid van een aanspoelend kadaver in gedachten, bleven de hulpdiensten en het Instituut voor Natuurwetenschappen ook in de daaropvolgende uren waakzaam. Op maandag 1 september, wanneer het kort na de middag reeds twee bijkomende keren laag tij was geweest en geen dwergvinvis meer werd aangetroffen – dood of levend, werd de laatste alertheid afgeblazen.


Geslaagde reddingsactie?
Hoewel 31 augustus voor de strandredders een prachtige afsluiter van het zomerseizoen was – een teambuilding om nooit te vergeten, en ook de vele anderen die meewerkten (waaronder brandweer, politie, technische dienst, de dierenarts en enkele vrijwilligers) een pluim verdienen, lijkt de vrees over het verdere lot van de Belgische dwergvinvis inmiddels gegrond.
Op vrijdagavond 5 september spoelde in Katwijk (Nederland) immers een dode dwergvinvis aan. Ook dit dier was ongeveer 6 m lang. Het bleek om een mannetje te gaan. Het kadaver werd naar de Universiteit Utrecht gebracht, waar eventuele overeenkomsten met het dier uit Heist nader worden bekeken. Verder onderzoek zal vermoedelijk beperkt zijn, omwille van de ontbinding die reeds is ingetreden.
Dwergvinvissen blijven zeldzaam bij ons. Voor een overzicht van de meest recente strandingen en waarnemingen in België verwijzen we naar het zeezoogdierenrapport 2024 en een webartikel over een jonge dwergvinvis die in 2024 aanspoelde in Oostende.