HOME-onderzoeksproject beveelt repatriëring aan van historische menselijke resten uit voormalige Belgische kolonies

28/03/2023
Collection of skulls from the medieval Coxyde abbey cemetery conservated at RBINS (Photo: Thierry Hubin; Collection RBINS)

Een multidisciplinair onderzoeksteam, gecoördineerd door ons Instituut, pleit voor een wetswijziging om de repatriëring van menselijke resten te vergemakkelijken wanneer een aanvraag wordt gedaan, en om de commerciële handel van menselijke resten te verbieden. Het HOME-project beveelt ook een centraal aanspreekpunt aan dat de informatie over collecties van menselijke resten in België beheert.

 

De voorbije decennia steeg wereldwijd het aantal eisen tot repatriëring van menselijke resten die worden bewaard in publieke en private instellingen. Ook het bewustzijn over de noodzaak van herstel en restitutie groeide. Naar aanleiding van ethische vragen over de aanwezigheid van menselijke resten in het Belgische federale erfgoed, en over hoe sommige van deze resten tijdens het koloniale tijdperk zijn toegeëigend, werd het onderzoeksproject BRAIN-be HOME (Human Remains Origin(s) Multidisciplinary Evaluation) opgestart, dat door BELSPO is gefinancierd.

Het onderzoeksproject liep van december 2019 tot december 2022 en had als doel de collecties menselijke resten in Belgische instellingen te inventariseren, met een bijzondere nadruk op casestudies van verschillende menselijke resten uit de historische tijd (dus niet prehistorie) of uit een koloniale context die in de Belgische federale collecties worden bewaard.

De partners in dit project waren - Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA), Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMMA), Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC), Université Saint-Louis (USL-B), Université Libre de Bruxelles (ULB), Université de Montréal (UdeM). Korte samenvattingen van de resultaten van elke partner zijn ook beschikbaar.

 

Menselijke resten in Belgische instellingen

Uit een enquête over menselijke resten, uitgevoerd door het HOME-project in samenwerking met FARO en met het Vlaamse syntheseproject van het agentschap Onroerend Erfgoed. over archeologische menselijke resten (MEMOR), is gebleken dat momenteel minimaal 30.000 menselijke individuen zijn ondergebracht in 56 collecties (musea, universiteiten en particuliere collecties). Het overgrote deel van deze menselijke resten maken deel uit van historische en prehistorische collecties uit België zelf.

De meeste historische collecties van buiten België zijn verzamelingen van schedels uit de hele wereld die vroeger in de Belgische prekoloniale en koloniale context zijn verzameld en die in het KBIN zijn ondergebracht. Er zijn meer dan 500 historische overblijfselen uit de Democratische Republiek Congo, Rwanda en Burundi die werden verzameld in een erg problematische koloniale context. Ze maken grotendeels deel uit van de collecties die in 1964-65 vanuit het KMMA zijn overgebracht.

Er zijn ook kleinere collecties van uiteenlopende geografische oorsprong, perioden en contexten. Ze omvatten archeologische collecties, mummies, relikwieën, verbrande beenderen, schrompelkoppen en ook talrijke uit menselijke resten samengestelde artefacten (muziekinstrumenten, ceremoniële hoofdtooien, enz.).

Menselijke resten kunnen niet als "voorwerpen" worden beschouwd en de repatriëring van voorouderlijke resten kan bijdragen tot genezing en verzoening tussen landen en binnen gemeenschappen. Voor bepaalde gemeenschappen is de repatriëring van hun voorouderlijke resten van prioritair belang, terwijl andere gemeenschappen geen behoefte hebben aan teruggave van hun menselijke resten, zeker als die hen worden opgelegd.

In de afgelopen decennia zijn er verschillende formele en informele verzoeken ingediend voor de repatriëring van voorouderlijke menselijke resten die zich in Belgische federale wetenschappelijke instellingen bevinden. Het gaat onder meer over een Tasmaans skelet dat zich momenteel in het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) bevindt en twee Maori-hoofden in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (RMAH). Deze verzoeken werden tot nu toe niet behandeld, deels omdat men ten tijde van het verzoek dacht dat er geen wettelijk kader was om deze resten te repatriëren, deels wegens de periode waarin de verzoeken werden ingediend en waarin de menselijke resten als waardevol voor de wetenschap werden beschouwd, en ten slotte omdat men niet wist hoe dergelijke verzoeken moesten worden behandeld.

In 2018 was er een verzoek tot repatriëring van de schedel van het stamhoofd Lusinga uit de Democratische Republiek Congo. Een familielid richtte een eis tot restitutie aan de Belgische koning en leden van de Tabwa-gemeenschap ondersteunden de eis in 2019, maar die werd nooit door de regering van DRC doorgegeven.

Tijdens het HOME-project werd contact opgenomen met de Rwandese overheid. Ze uitte de wens om de Rwandese menselijke resten waarvan de herkomst is onderzocht, te repatriëren.

Voorlopig vond maar één repatriëring van een stoffelijk overschot plaats van België naar de DRC: de tand van de vroegere Congolese premier Patrice Lumumba werd in 2022 teruggegeven aan familieleden van de vermoorde politicus. Voorts heeft een van de partners van het project, de Université Libre de Bruxelles (ULB), de eigendom van 10 schedels van Congolese oorsprong die bij de ULB bewaard werden, in 2020 overgedragen aan de Universiteit van Lubumbashi (UNILU) met het oog op repatriëring op een later tijdstip.

Inventorying human remains at RBINS (Photo: Katrien Van de Vijver)
Inventorying human remains at RBINS (Photo: Katrien Van de Vijver)
Scan of the AAM 5939 Mummy at the Cliniques universitaires St Luc. (Photo: Thomas Wilski; Collection RMAH)
Scan of the AAM 5939 Mummy at the Cliniques universitaires St Luc. (Photo: Thomas Wilski; Collection RMAH)
Spy Neanderthals Collection, a donation of the Lohest family. (Photo: Patrick Semal; Collection RBINS)
Spy Neanderthals Collection, a donation of the Lohest family. (Photo: Patrick Semal; Collection RBINS)

Aanbevelingen: open beleid voor repatriëring

Het HOME-project beveelt aan dat de Federale Wetenschappelijke Instellingen (FSI) een open beleid voeren met betrekking tot de repatriëring van menselijke resten. De volgende aanbevelingen kunnen ook gelden voor verschillende publieke en private instellingen in België over hoe ook zij in de toekomst hun (pre)historische collecties van menselijke resten kunnen beheren.

Dit zijn de aanbevelingen van het HOME-project:

 

  • De wet zou moeten worden aangepast om het respect voor menselijke resten te vergroten, de handel erin te beperken en de repatriëring ervan te vergemakkelijken. Repatriëring van menselijke resten is van maatschappelijk belang omdat het over menselijke waardigheid
    gaat.
    • Wij bevelen aan dat menselijke resten niet meer verhandeld mogen worden.
       
  • Menselijke resten mogen niet als "voorwerpen" worden beschouwd en de repatriëring van stoffelijk overschot van voorouders kan bijdragen tot herstel en verzoening tussen landen en binnen gemeenschappen. Repatriëring is een onderdeel van een proces en/of een dialoog, en dat impliceert herstel en opvolging, mogelijk met inbegrip van:
    • Gezamenlijk herkomstonderzoek in samenwerking met België en met landen en/of
      gemeenschappen van herkomst, met respect voor hun culturele rechten;
    • Alle vormen van herdenking(en) in de landen van herkomst;
    • Sensibiliseringsprojecten met inbegrip van een educatief beleid en onderwijsmiddelen in België en in de landen van herkomst.
  • Alle historische menselijke resten in federale collecties die rechtstreeks verband houden met het koloniale verleden van België moeten onvoorwaardelijk worden gerepatrieerd als daarom wordt verzocht (zonder dat de Belgische staat voorwaarden stelt bij hun terugkeer).
    • Bij het beheer van koloniale collecties moet rekening worden gehouden met het Belgische koloniale verleden en de gevolgen daarvan tot op vandaag. Deze collecties houden rechtstreeks verband met een specifieke context van overheersing van een
      grondgebied en zijn bevolking door een buitenlandse bezettingsstaat.
    • Repatriëren kan naar de nakomelingen, als het individu is geïdentificeerd, naar de gemeenschap van herkomst of naar het land. Een interne dialoog in het land van herkomst moet het repatriëringsproces bepalen.
    • Als de familie of de gemeenschap een repatriëringsverzoek indient, moet de Belgische staat de nodige zorgvuldigheid aan de dag leggen en het land van herkomst daarover inlichten, met erkenning van diens soevereiniteit. Repatriëringsprocessen kunnen gevolgen hebben voor de relaties tussen gemeenschappen en families in de landen van herkomst. Daarom lijkt het belangrijk de staten van de herkomstlanden toe te staan te bemiddelen en hun lokale gemeenschappen en andere betrokken burgers te raadplegen om tot oplossingen te komen voor alle betrokken partijen;
    • Effectieve repatriëring vindt plaats door middel van bilaterale overeenkomsten tussen de Belgische staat en de staat van herkomst. Daarin staan de praktische voorwaarden voor de repatriëring van de menselijke resten overeenkomstig de wil van de nakomeling en/of de gemeenschap van herkomst, indien van toepassing;
    • Repatriëringsprocessen en effectieve repatriëring moeten worden uitgevoerd op kosten van de Belgische staat. Voor de modaliteiten zijn bilaterale overeenkomsten nodig;
    • Er moet een moratorium in acht worden genomen op het bestuderen van menselijke resten uit het Belgische koloniale verleden die deel uitmaken van het Belgische staatserfgoed. Als de menselijke resten in een studie opgenomen zouden moeten worden, mag dit alleen gebeuren met de instemming van de afstammelingen of de vertegenwoordigers van de gemeenschap of het land.
  • Deze aanbevelingen kunnen ook worden toegepast op andere historische collecties van niet-Belgische oorsprong. Wij bevelen de regering aan open te staan voor de repatriëring van alle buitenlandse menselijke resten uit de historische periode die deel uitmaken van het staatserfgoed. Dit omvat de repatriëring van het Tasmaanse skelet en de Maori-hoofden uit de federale collecties, waarvoor eerder repatriëringsverzoeken zijn ingediend. Richtlijnen met goede praktijken in verband met menselijke resten uit (pre)historische periodes van (niet-)Belgische oorsprong zullen binnenkort beschikbaar zijn in een afzonderlijk document na de publicatie van het advies over het statuut van de menselijke resten door het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek.
  • Genetische analyse alleen is niet aanbevolen om een band te bewijzen tussen twee personen of een gemeenschap en een overledene, aangezien familiebanden niet altijd gebaseerd zijn op bloedbanden en bij elk verzoek rekening moet worden gehouden met andere bewijzen, zoals sociologische, historische en antropologische elementen.
  • De repatriëring van menselijke resten is slechts een onderdeel van een proces. Gedetailleerd herkomstonderzoek kan ook van vitaal belang zijn. In overeenstemming met de aanbevelingen van Restitution Belgium (2021) bevelen wij aan om de financiering van herkomstonderzoek in België aanzienlijk te verhogen.
    Herkomstonderzoek moet een samenwerkingsproces zijn, maar het blijft de verantwoordelijkheid van de financieringsorganen en van de politieke beleidsmakers om te zorgen voor voldoende middelen en personeel om aan deze eisen te voldoen. Wat betreft de menselijke resten en de verzoeken tot repatriëring bevelen wij aan om volgende initiatieven te steunen:

    Wat betreft de menselijke resten en de verzoeken tot repatriëring bevelen wij aan om
    volgende initiatieven te steunen:
    • Doctoraatsbeurzen voor studenten uit landen van herkomst om onderzoek te doen
      naar menselijke resten;
    • Uitwisselingsprogramma's die onderzoekers uit beide landen in staat stellen samen te werken aan herkomstonderzoek en repatriëring;
    • Financiering van samenwerkingsprojecten met landen van herkomst met het oog op repatriëring en het delen van kennis, van mondelinge overleveringen in de landen van herkomst, van archieven en van informatie over de menselijke resten zelf;
    • Financiering van projecten op gemeenschapsniveau die gericht zijn op het herstel van de gemeenschap en de repatriëring van menselijke resten;
    • Financiering voor voormalig gekoloniseerde landen voor de fysieke terugkeer van menselijke resten;
    • Voortzetting van de financiering van de digitalisering van archiefmateriaal voor het FAIR delen van de informatie.

 

  • Er moet een aanspreekpunt komen in verband met menselijke resten. Het moet alle informatie verstrekken aan instellingen, administraties, gemeenschappen en particulieren over de status en richtlijnen voor goede praktijken in verband met menselijke resten die in België moeten worden toegepast. En het moet verwijzen naar het advies van het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek over de status van menselijke resten;
    • Het aanspreekpunt centraliseert niet één inventaris van de menselijke resten, maar biedt links naar de verschillende lokale, regionale en federale inventarissen van menselijke resten die in België worden bewaard, en ook relevante contactinformatie;
    • Voor de repatriëring van menselijke resten van niet-Belgische oorsprong, zou het:
      • de repatriëringsverzoeken en -processen kunnen centraliseren;
      • kunnen deelnemen aan het repatriëringsproces door individuen, gemeenschappen en staten van herkomst te helpen bij de voorbereiding van hun verzoek en door samen te werken met de administratie van de herkomstlanden om de praktische voorwaarden voor de terugkeer te
        scheppen;
      • kunnen optreden als tussenpersoon voor Belgische instellingen/individuen die menselijke resten willen repatriëren;
      • het onderzoek naar de herkomst kunnen vergemakkelijken door de toegang te organiseren tot archieven en documentatie over collecties van menselijke resten;

 

  • De activiteiten van het aanspreekpunt zouden kunnen worden geïntegreerd in een ruimer onafhankelijk "Expertisecentrum voor herkomstonderzoek".

Nieuws