Analyse van kaken laat zien wat holenberen en bruine beren aten

27/07/2023
Skeleton of an adult cave bear next to a cub in a former exhibition at the Museum of Natural Sciences in Brussels. (Photo: Thierry Hubin, RBINS)

Holenberen en bruine beren hadden een ander dieet zo’n 30.000 jaar geleden, blijkt uit een analyse van de kaken van exemplaren uit Belgische grotten.

Het verschil zit in de details: 3D-analyse van de kaak en het gebit van holenberen en bruine beren die in dezelfde periode leefden rond de grotten van Goyet, wijst uit dat beide soorten een verschillend eetpatroon hadden. Het dieet van bruine beren is in 30.000 jaar tijd dan weer weinig veranderd, schrijven twee onderzoekers, onder wie Mietje Germonpré van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, in het vaktijdschrift Boreas.

De huidige bruine beer (Ursus arctos) is de nauwste verwant van de holenbeer (Ursus spelaeus), die zo’n 25.000 jaar geleden uitstierf. Iets minder dan 1,3 miljoen jaar lang hebben ze naast elkaar geleefd in hetzelfde gebied, en beconcurreerden mekaar wellicht om planten. Dat gebeurde ook in het gebied rond Namen. In de grotten van Goyet en van Trou des Nutons zijn fossielen gevonden van beide berensoorten die hier ongeveer 30.000 jaar geleden leefden.

Veganisten en omnivoren

Anneke van Heteren, conservator van de zoogdiercollecties in het Zoologisch Museum van München (SNSB-ZSM), en paleontoloog Mietje Germonpré (KBIN) tonen in de studie aan dat de twee soorten een ander dieet hadden. Holenberen waren echte veganisten, terwijl bruine beren toen al omnivoor waren, en dat nog altijd zijn. De vorm en biomechanica van de kaak van beide berensoorten blijken duidelijk anders.

En de onderzoekers konden ook kleine verschillen vaststellen tussen de fossiele bruine beren en hun huidige soortgenoten. ‘Vermoedelijk aten de fossiele bruine beren uit België iets meer en wat taaiere planten dan de bruine beren uit Noord-Amerika’, zegt Anneke van Heteren.

 

The researchers used a microscribe to measure skeletal parts with the help of digital measuring points, so-called landmarks. (Photo: Anneke van Heteren, SNSB-ZSM)
The researchers used a microscribe to measure skeletal parts with the help of digital measuring points, so-called landmarks. (Photo: Anneke van Heteren, SNSB-ZSM)

Ze analyseerden ook jonge holenberen uit België. Hun kaken waren wellicht minder goed geschikt om vast voedsel te kauwen dan die van de volgroeide holenberen. Van Heteren: ‘Vermoedelijk werden de jonge holenberen nog extra door de moeder gezoogd. Hun onderkaak paste zich tijdens hun groei aan aan de ontwikkeling van hun permanent gebit.’

De biomechanische verschillen in de kaken zijn vooral duidelijk in de kauwhoek. De onderzoekers gebruikten zogenoemde geometrische morfometrie: het meten van skeletonderdelen met behulp van meetpunten of ‘landmarks’. Met die methode konden ze de kaakbeenderen van de beren in drie dimensies visualiseren en ze vergelijken met behulp van statistische methoden.

Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Boreas.

Nieuws