Zes nieuws slangensoorten beschreven

10/06/2021

Bioloog Olivier Pauwels heeft samen met buitenlandse collega’s zes nieuwe slangensoorten beschreven. Twee ervan leven in de bomen in Centraal-Afrika, drie andere op kalksteenbergen in Thailand en nog een andere aan bergriviertjes in het noorden van Zuid-Oost-Azië en het zuiden van China.

Reinout Verbeke


Je zou verwachten dat de meest grote reptielen al gekend zijn, niets is minder waar: bioloog Olivier Pauwels (Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen) beschreef dit jaar alleen al zes nieuwe slangensoorten. ‘Het coronajaar was een vruchtbare periode voor de taxonomie’, zegt hij. ‘Expedities waren dan wel afgelast, we hadden meer tijd om soorten te beschrijven en erover te publiceren.’
 

Twee van de pas beschreven slangensoorten leven in centraal Afrika. Ze behoren tot hetzelfde geslacht (genus): Toxicodryas. Er waren al twee soorten van bekend, maar door genetisch onderzoek en studie van uiterlijke vormverschillen konden de taxonomen er twee soorten aan toevoegen. Toxicodryas vexator is een soort van wel drie meter lang. Ze leeft in bomen en is vooral actief ’s nachts. De mannetjes hebben een glimmende paarszwarte bovenkant en een gele onderkant met paarszwarte strepen. Vrouwtjes zijn eerder lichtbruin of geelbruin.

Toxicodryas vexator (photo: Konrad Mebert)
Toxicodryas vexator (photo: Konrad Mebert)
Toxicodryas adamantea (photo: Carlton Ward)
Toxicodryas adamantea (photo: Carlton Ward)

Natuurlijke barrière

De soort leeft ten oosten van de Congorivier en lijkt heel sterk op een soort die ten westen van de stroom leeft en zijn dus cryptische soorten (twee soorten die moeilijk te onderscheiden zijn). Wellicht vormt de brede rivier een onoverkomelijke barrière waardoor de soorten van elkaar weg zijn geëvolueerd. De nieuwe soort verschilt genetisch, maar ook het schubbenaantal verschilt en hij is minder giftig dan zijn tegenhanger aan de overkant.

Hetzelfde verhaal voor de pas beschreven Toxicodryas adamantea. De nieuwe soort leeft ten oosten van de Nigerdelta in Nigeria, al miljoenen jaren afgesneden van een andere soort ten westen ervan die er sterk op lijkt. Toxicodryas adamantea wordt zo’n één meter lang. Mannetjes en vrouwtjes zijn bruin tot roze met donkere dwarsstrepen met daartussen vaak een witte vlek, die aan diamanten doet denken, en op de onderkant donkere vlekjes.

Trimeresurus kuiburi (photo: Montri Sumontha)
Trimeresurus kuiburi (photo: Montri Sumontha)
Oligodon promsombuti (photo: Sarunphat Amuntaikul)
Oligodon promsombuti (photo: Sarunphat Amuntaikul)

Azië

Pauwels beschreef samen met collega’s ook vier nieuwe soorten uit Azië. Eén ervan is is een kleurrijke groefkopadder die de taxonomen Trimeresurus kuiburidoopten, en die op kalksteenrotsen leeft in het noorden van het schiereiland van Thailand. Mannetje en vrouwtje zijn zo’n 52 centimeter lang en hebben een groene bovenkant met rood-paarse banden. Ze leven ’s nachts. Genetisch onderzoek bevestigde dat het om een nog onbekende soort gaat.
 

Twee andere soorten behoren tot het geslacht Oligodon, de ‘kukri-slangen’ (een kukri is een Nepalees mes; de gebogen vorm van het lemmet verwijst naar de vorm van de achtertanden). Oligodon phangan, 44 cm lang, leeft uitsluitend op het toeristische eiland Pha-Ngan in Zuid-Thailand, met kalksteenkliffen, en wereldberoemd voor de ‘Full Moon Parties’. Oligodon promsombuti, 64 cm lang, is ontdekt op kalksteenbergen, ook in Zuid-Thailand.

En uit het noordoosten van Thailand, Noord-Vietnam en zuidelijk China beschreef een team van taxonomen de nieuwe soort Hebius igneus: een rond-om-rond donkerkleurige slang van zo’n 60 cm lang met een oranje vlekpatroon aan de bovenzijde, zowel bij mannetjes als vrouwtjes. De slang leeft rond bergriviertjes en is actief bij schemer en nacht. De slang is wel al sinds 1935 bekend, maar werd verkeerdelijk ondergebracht bij andere soorten die er erg sterk op lijken.

Oligodon phangan (photo: M. Sumontha)
Oligodon phangan (photo: M. Sumontha)
Hebius igneus (photo: Nikolai Orlov)
Hebius igneus (photo: Nikolai Orlov)

‘Nog zoveel reptielen wachten op ontdekking’, zegt Pauwels, die ook conservator is van de collecties recente gewervelden van het KBIN. ‘En niet alleen in onontgonnen gebieden, soms vind je een nieuwe soort in dichtbewoonde steden. Mijn Thaise collega Montri Sumontha vond een nieuwe gekkosoort (Dixonius dulayaphitakorum) in de tuin van zijn kantoor in de stad Ranong in het zuiden van Thailand.’

Natuurwetenschappelijke collecties – met exemplaren die soms meer dan een eeuw geleden zijn ingezameld – en genetisch onderzoek blijken eens te meer cruciaal om de stambomen van soorten te herbekijken en daarbij nieuwe soorten aan het licht te brengen.

De zes nieuwe slangensoorten staan beschreven in vier artikels in Zootaxa.

Nieuws